Reacties
van de Reisgenoten
Tonnis
Recht naar het
oosten Het kan ! ……met de motorfiets dwars door Rusland en Siberië
en dan nog even met de boot over naar Japan. ……over de langste
weg van de wereld, Poetin heeft hem kortgeleden geopend !
Een reis voorbereiden vanuit de 'leunstoel' via de reisgidsen
en internet is mogelijk, maar 'the proof of the pudding is eating
it'. We hebben ook wegen gereden in Kazakstan en Kirgizie waar
Poetin niet meer voor verantwoordelijk is, maar wat hij wel geopend
heeft blijkt honderden kilometers pottenbakkersklei. Een Japans
spreekwoord zegt: 'ook de langste reis begint met de eerste stap',
dus …. gewoon aan de A1 bij Holten benzine tanken, om uiteindelijk
na 57 dagen op je eigen motor door Tokyo te rijden.
De Ukraïne blijkt
tijdelijk vanwege het houden van het Europese songfestival in
de hoofdstad Kiev de visumplicht voor Nederlanders (en andere
songfestival-nationaliteiten) te hebben afgeschaft. Pas de grens
tussen de Ukraïne en Rusland is de eerste serieuze hindernis.
Het blijkt later de generale repetitie te zijn voor nog vijf grensovergangen
zonder gebruiksaanwijzing.
Na Uralsk in Kazakstan
begint de beproeving; recente regenbuien hebben de 'weg' veranderd
in een serie parallelle modderpoeltrajecten door de steppe. Op
vier wielen zit je vlug vast in de modder maar blijf je tenminste
overeind, op twee wielen minder vlug vast maar ook minder overeind.
Twee keer zetten we een kamp op in de steppe en de rustdag in
Aralsk valt in het water. Water van het grote Aralmeer is er echter
niet meer in de stoffige en armoedige plaats, en net uitgekleed
voor de banja (Russiche sauna) valt ook de stroom nog uit. Er
volgen dagen van flinke hitte, maar we hebben voorlopig de slechtste
wegen achter de rug.
Door twee keer op
dezelfde kant te vallen zijn motor en ik beide aan de linkerzijde
enigszins beschadigd. Bij het hotel in Kyzyl-Orda, in de schaduw,
maar wel boven de veertig graden met zicht op een prachtig mausoleum
lijm ik stukjes knipperlicht met bisonkit en kneedbaar staal samen
tot een niet toonbaar maar wel werkzaam geheel. Ik maak met mijn
nieuwe digitale Kruidvat camera met de zelfontspanner een foto
van mijn paarse linkerheup en bovenbeen. Het zal nog drie weken
duren voordat de kleuren verdwenen zijn en ik me weer enigszins
op mijn gemak voel op de motor.
De etappeplaats Taldykurgan
blijft in herinnering als een miserabel oord, met grote hitte,
een haveloos hotel met en tweemaal daags een schone onderbroek.
In de onmiddellijke omgeving van Semipalatinsk zijn in de Sovjet
tijd honderden atoombommen tot ontploffing gebracht op terreinen
die sinds 1990 gewoon voor iedereen toegankelijk zijn. We merken
er niets van, want de straling is immers onzichtbaar.
Er volgen een aantal
dagen over de M53, de hoofd (en enige) oost-west weg door Siberië
en grofweg parallel aan de Transiberië spoorlijn. Het wegdek loopt
uiteen van prachtig nieuw asfalt tot plotseling zonder enige waarschuwing
overgaan in pottenbakkersklei. Af en toe nog bruggen met houten
wegdek met glimmend afgeschuurde grote spijkerkoppen, beblubberde,
korte maar heftige hellingen en uren regen achtereen.
In Irkutsk nemen we afscheid
van de bus, die nu versierd is met een motor in onderdelen op
het dak en een binnenin. Het uitstapje vanuit Irkutsk heen en
weer naar het eiland Olkhon in het Baikalmeer wordt door velen
als het hoogtepunt van de reis gezien.
Omdat Poetin nog
niet alles geasfalteerd heeft smokkelen we een beetje en gaan
een stukje met de trein. Een stukje in Siberië is wel meerdere
duizend kilometers en de motoren moeten wel in een aparte trein.
De motoren leggen in de trein allemaal nog 1600 tevergeefse kilometers
van Chabarovsk via Vladiwostok naar Chabarovsk af.
De russische boot
naar Japan heeft een houten helikopterdek waar met grote witte
letters op geschilderd is 'winch only'; het verrotte hout kan
geen helicopter meer dragen !
Bij aankomst s'morgens vroeg in Japan valt nog een miezerig regentje
en om van de boot af te komen zijn we als laatste stuiptrekkingen
van Russische indolentie nog één keer uren bezig. Ook moet de
klep van de boot eerst weer dicht voordat hij weer open kan om
de motoren uit te laden. Dit mag alleen de in geen velden of wegen
te bekennen 'bootsman' doen. Spoedig wordt het letterlijk en figuurlijk
zonnig; er komt een grote ploeg Japanners met laptops de boot
op die vooral niet-Russen met voorrang behandelt en eenmaal op
de vaste wal wordt in recordtempo de verwerking van de invoerdocumenten
van de motoren afgehandeld.
Er zijn weer strepen
op het midden en langs de weg, het asfalt is prachtig strak en
de wegen hebben nummers die zowel langs de weg als ook op de wegwijzers
staan. Dat er veel te veel stoplichten zijn en de Japanners, en
wij dus ook aan de verkeerde kant van de weg rijden, moeten we
accepteren. Japanners rijden oneindig gedisciplineerder dan de
Russen. De steden zijn druk en lelijk, alle draden van telefoon
en elektriciteit zijn buiten en bovengronds en de reclames zijn
onleesbaar, overal en pimpelpaars. Het landschap is echter mooi,
vooral de plantengroei is weelderig en de rijstterrassen hebben
een aparte kleur groen.
Door het twee uur
terugzetten van de horloges is het onverwacht vroeg donker, maar
in het donker rijden is in Japan geen kamikaze. In Japan wordt
aan de motorrijder gedacht, er zijn aparte overdekte parkeerplaatsjes
langs de snelweg, prachtige maar onleesbare atlasjes op handig
A5 formaat louter voor de motorrijder, en op de Ise-wan veerpont
wordt de motor snel en keurig vastgesjord door mannen met witte
handschoenen.
Het bezoek aan de
50jarige Yamaha Motors is een hoogtepunt van de reis, logeren
op grote hoogte (34e verdieping) in het harmonicavormige Okura
hotel in Hamamatsu, een aankomst met spandoeken en applaus bij
het Yamaha Communication Centre inclusief gesprekken met gepensioneerde
Yamaha ontwikkelingsingenieurs die nog met Bill Ivy en Phil Read
opgetrokken hebben en ter afsluiting een zegening van motoren
en bestuurders in een shinto tempel. S'avonds is er een overdadige
traditionele Japanse maaltijd, die de ervaren wereldreizigers
die we inmiddels zijn prima smaakt. De harde kern gaat na het
karaoken later nog even onvermoeibaar door naar de geishas.
Stilletjes rekenend op een enigszins vergelijkbaar onthaal in
Tokyo gaan de twee BMW rijders op zoek naar de plaatselijke BMW
motorfietsdealer, maar deze is dicht op maandag. En dinsdag-morgen
rijden we al in een lange slinger van zeven motoren naar de haven
van Yokohama om de motoren in te leveren. Middelbare Japanners
met een potlood achter het oor en de duimstok in de borstzak zijn
kort na onze aankomst al bezig met het zagen van de eerste planken
voor het inkratten.
De 13.500 kilometers
die we werkelijk met de motor hebben gereden kan de Boeing 777
waar we mee terugvliegen als het moet in één keer overbruggen.
Voor de rechtstreekse vlucht van Tokyo naar Schiphol over het
soms nog besneeuwde noord-Siberië is slechts 9.600 kilometer voldoende.
Een geweldige, zeer
bijzondere, maar ook zware reis. Zwaar door onverwacht slechte
wegen in combinatie met regen, lange dagen in de hitte, avontuurlijke
maaltijden en vooral de gevolgen daarvan, met grint bezaaide pashoogtes
van over de 3300 meter met merkbare invloed op man en paard, en
in totaal zeker 30 uur lanterfanten bij zeven moeilijke grensoverschrijdingen.
Maar ook, niets gestolen, geen enkele keer smeergeld betaald,
zes keer op prachtige plekken wild gekampeerd, op een gering aantal
gevallen na alle defecten door pech of valpartijen in het veld
gerepareerd, en twee keer in de krant in Kazakstan. En exclusief:
Japan wordt jaarlijks door slechts een handjevol buitenlandse
motorrijders op eigen motor bezocht ! Om met de oosterse wijsgeer
Confucius af te sluiten; 'Het is beter één mijl te reizen dan
duizend boeken te lezen !'
gr, O_____ijk