We vertrokken op tijd uit het hotel, we planden om lekker op tijd in Erzurum aan te komen zodat ik nog tijd zou hebben om iets heel breekbaars te kopen.
We wilden vandaag een extra rondje maken rond een aantal prachtige meren en een overtocht maken met de boot.
De rit naar de pond was niet spectaculair.
Onderweg stopten we voor een niet al te beste bak koffie en zijn daarna doorgereden naar de boot. We hadden de verkeerde overtocht, we wilden een andere, iets verderop, maar uiteindelijk zou blijken dat dit een heel mooie verkeerde pond ging worden.
Aangekomen bij de pond werden we door de kapitein gemaand dat we de motoren zo ver mogelijk achter op de boot moesten zetten en daarna naar de "personeelshut" moesten komen. Ik heb daar een lekkere bak oploskoffie gemaaakt voor de kapitein, Rob en mijzelf, althans dat dacht ik.
De kapitein nam echter twee slokken van de koffie, liep ermee naar de railing en heeft de rest aan de vissen gevoerd, wild gebarend dat het absoluut niet lekker was. Wij volgden zijn voorbeeld, het was inderdaad niet lekker.... Een van de andere bemanningsleden heeft toen voor iedereen thee gemaakt.
Na een beetje met handen en voeten heen en weer gepraat ging het gesprek over op muziek. Ik haalde mijn telefoon tevoorschijn en zetten het nummertje "heaven" van Tavares aan. Rob begon te playbacken en wild mee te swingen. Even later zette ik "Oerend hard" op van Normaal.
De kapitein wilde even mijn telefoon vasthouden en zat met mijn telefoon in zijn handen mee te swingen met de muziek, "is motorbike song" zei ik nog. Rob stond weer te playbacken en luchtgitaar te spelen.
Na een goed half uurtje wachten zijn we uitgevaren. Tijdens de tocht werden we gevraagd boven te komen in de stuurhut van de kapitein. Beiden mochten we een stukje sturen op de boot, ach, het was niet heel druk dus veel kon je ook niet fout doen. Weer aan wal aangekomen namen we op zijn turks afscheid van de kapitein, met een (ik zal het maar noemen) hoofdknuffel. We mochten de overtocht niet betalen, was een geschenk van de kapitein aan ons.
Na een aantal kilometer reden we langs een meer waar we vanuit de hoogte wat rotspunten uit zagen steken, twee zielen, één gedachte; dat moet een ontzettend mooie plek zijn om even een korte pauze te nemen. We namen een zandpad naar beneden en kwamen aan de oever van het meer aan. Daar werden we op een adembenemend uitzicht getrakteerd.
De hoge bergen op de achtergrond waren in nevel gehuld en het water van het meer lag er prachtig strak bij rond de her en der uit het water omhoog stekende rotseilandjes. Dit zou wel eens een van de mooiste plekjes van heel Turkije kunnen zijn.
Nadat we uitgebreid van het uitzicht hadden genoten zijn we vertrokken om wat te gaan lunchen. Lunchen doen we altijd simpel; we halen wat brood bij de bakker, een beetje beleg bij de supermakt en een bekertje ayran (Turkse yoghurt drank), zijn dan 2 of 3 euro kwijt en zoeken een mooi plekje om "in alle rust" onder het toeziend oog van 50 kinderen en 20 volwassenen te gaan eten.
Dit keer kwamen we uit bij een gebedshuis. We werden uitgebreid begroet door een Turk met krukken. "I am ill" legde hij nog extra uit. Ik twijfel, volgens mij vindt hij het prima zo, iedereen zorgt voor hem. Wel was hij heel vrindelijk.
Nadat we de lunch op hadden zijn we door hem uitgenodigd om in het gebedshuis met hem, zijn moeder en zijn zus, nog thee te drinken met een stuk van een Turkse broodsoort gevuld met iets waardoor je na drie happen de rest van de dag geen honger meer hebt. Was wel lekker. Na de thee en het brood bedankten we hen vriendelijk en zijn vertrokken voor het laatste stuk van de rit vandaag.
Het resterende deel van de rit was door een erg ruig gebied, veel rotsachtige bergen, smalle weggetjes, haarspeldbochten met gaten, kuilen en grind erin... Het was een mooi stukje om alvast te oefenen voor Pakistan, daar zal het net zo zijn, zo niet erger.
Aan het eind van de rit stapten we beiden moe maar voldaan van de motor af, de rit was 600km, 250 meer dan gepland en duurde 12 uur, 6 uur langer dan gepland. De winkels waren allemaal al gesloten toen wij in het pikkedonker aankwamen in Erzurum.
En daar wil ik het vanaf het begin van dit verhaal al over hebben, want ik heb dus nog steeds niet iets heel breekbaars kunnen kopen.
|