Tai Shan Mountain en Confusius
We zitten ondertussen in
Tai‘an, een touristisch plaatsje aan de
voet van de China’s heiligste taoistische
berg, de Tai Shan, waarop een aantal trails zijn
aangelegd langs allerlei schrijnen en heilige
plekken. Shamanen en keizers hebben hier ruim
vierduizend jaar lang heilige rituelen uitgevoerd.
De Shamanen klommen naar de 1545m hoge top, de
keizers lieten zich in draagstoelen naar boven
sjouwen.
Het pad is nu met natuursteen (hele grote keien)
geplaveid en de steile opgangen zijn in de rotsen
uitgehakte trappen. 6293 treden totaal. Hele horden
mensen beklimmen de berg en maken daar op zich
al een rite van door allemaal hetzelfde hoedje
of t-shirt aan te trekken. Ook mag de wandelstok
niet ontbreken. De diehards lopen ook weer naar
beneden, maar je kan ook gedeeltelijk met een
bus en kabelbaan naar boven/beneden.

Gister bestond de Volksrepubliek
China 60 jaar. Wat wij ervan gemerkt hebben? De
eerste dagen dat we in China waren, werden we
een paar keer per dag aangehouden en moest alles
(ook ons reisschema) geregistreerd worden, de
afgelopen dagen mochten we ineens met de motoren
allerlei stadscentra niet meer in en gister was
het relatief rustig op de weg omdat veel mensen
vrij zijn.
Daarnaast is het op de Tai Shan berg en ook in
Qofu (spreek uit Sjofoe) waar we Confusius‘
tempel en graf-heiligdom in een bos bezochten,
was het extra druk.
In de winkels en restaurants stond bovendien overal
de tv aan en had het personeel weinig oog voor
hun klanten, want het feest met vele performances
begon gistermorgen al vroeg en werd direct uitgezonden.

Rob, Friedemann en ik waren
dus meer geinteresseerd in Confusius dan in de
heilige berg en huurden voor de hele dag een taxi
om ons rond te laten rijden. Confusius (Kong Fuzi),
wiens leer het behoud van tradities en het cultiveren
van persoonlijke moraliteit (ook en vooral van
de vorst) benadrukte en ervan uitging dat vrede
en overvloed gewaarborgd waren wanneer de heerser
eerlijk regeerde en de juiste verhoudingen in
de samenleving handhaafde wordt in China als een
soort Godheid beschouwd.

„Ik weet nog veel
te weinig over het Confusianisme,“ zegt
Rob erover. In de tempel, die trouwens pas na
Confusius dood door zijn nazaten gebouwd is, zijn
de analen (beginnend in de trant van: `Zijn moeder
werd door een eenhorn bezocht met een boek in
zijn mond… 11 maanden later werd hij geboren‘)
van zijn leven opgetekend en in onze reisgids
lezen we dat door de traditie (en het bijgeloof)
dat je na de dood van aanverwanten deze persoon
en zijn nazaten schenkingen moet blijven geven
zodat de ziel blijft voortbestaan en mogelijk
op aarde kan terugkeren, de generaties na Confusius
lange tijd tot de rijksten van China behoorden
(terwijl Confusius zelf zoon was van een verarmde
tak van een adelijke familie).
|