Hoe de Chinees Lacht

We reden gisteren van Xi’an
naar Luoyang en bezochten daar, begeleid door
een lokale gids, de Longmen grotten, die op een
prachtige plek aan de Yi Jiang rivier liggen.
Ze zijn tussen de 5e en 7e eeuw in de rotsen gehouwen
in opdracht van een van de keizers ter verering
van zijn vrouw. “800.000 manpowers have
been used to build this,” herhaalde de gids
nog een paar keer met de nadruk op powers.

De gids is lid van de plaatselijke
motorclub en had een van de leden die een Yamaha
XJR1300 rijdt gecharterd om ons te begeleiden.
We werden ook almaar gevolgd door een Cadillac
waarin – zo bleek later – de president
van de motorclub met zijn chauffeur zat. We werden
uitgenodigd voor een etentje en lieten ons verrassen.
Vanmorgen is onze gids
er op zijn Hondaatje 250. Een ander lid van de
club showt zijn BMW LT, waarvan de Chinezen hier
zeer onder de indruk zijn, maar wij ons afvragen
wat je er hier aan hebt. We bezoeken een Shaolin
tempel anex Kong Fu school waar we een presentatie
van de verschillende Chinese verdedigingssporten
zien, Kong Fu, Tai Chi, Chi Gong…

De weg naar Kaifeng is
zoals we hem ondertussen gewend zijn. En dat is
behoorlijk saai en behoorlijk vermoeiend. De smog
heeft plaatsgemaakt voor mist. Onze gidsen weten
vaak de weg niet, laat staan dat ze een mooie
of interessante weg weten. En toch zijn we blij
dat we Haiping erbij hebben, want slechts enkele
borden langs de weg zijn voor ons leesbaar.
Als we op de markt gaan eten is het bovendien
fijn een tolk erbij te hebben, want de Chinezen
zijn heel erg geïnteresseerd en heel erg
vriendelijk en het zou zo jammer zijn als we niet
zouden begrijpen wat ze willen vertellen. Het
valt gewoon op dat de meeste mensen die we ontmoeten
lachen en vrolijk zijn.
Daarnaast kijken we zo nu en dan met Haiping mee
op de kaart, die helaas puur en alleen routeinfo
bevat. Een enkele keer zouden we graag op goed
geluk links of rechtsaf slaan. Of dat toegestaan
is? Haiping zegt van wel, maar dan moet ze wel
eerst de weg kunnen vinden.

|