Hukou Watervallen
De bakker was al op toen
we in een schraal ochtendzonnetje dat door de
smog heen probeert te schijnen vanuit het hotel
rechts naar een van de hoofdstraten lopen. Ze
maken heerlijke broodjes met jam of een andere
vulling erin. De kolenboer rijdt langs met zijn
driewieler en aan de overkant worden de luiken
voor de ramen van het muziekwinkeltje geopend.
De muziek staat al aan.
Nog even en Pingyao is weer een en al bedrijvigheid.
Het drijft op toerisme en de elektrische aangedreven
wagentjes om toeristen in rond te rijden duiken
weer op in het straatbeeld.
Bij een restaurantje bestellen
we een cappuccino en kijken we hoe een groepje
fietsende meiden, op weg naar school, een vriendin
met een brommer helpen deze over het hek te tillen.
Er staat een bord bij het hek, waar op staat dat
de straat alleen voor voetgangers en dus niet
voor fietsers opengesteld is.

We keken gister in het
halfdonker naar de kaart. Gaan we morgen zó
of zó rijden. Het valt me op dat we toch
zomaar een keuze hebben. De ene route is een rode
weg en loopt langs een spoorlijn en door enkele
plaatsen heen. De andere is gedeeltelijk groen
(door Haiping geel genoemd) en daarna ook rood
maar loopt door een minder bevolkt gebied (ja,
die bestaan dus in China). Ik denk niet dat ik
hoef te vertellen welke er in mijn ogen beter
uitziet.
De manager van het hotel
wist echter te vertellen dat die weg erg slecht
is en dat er een aantal kolenmijnen aanwezig zijn
met zeer slechte luchtkwaliteit tot gevolg. Niet
dat hij er ooit geweest was, maar goed. We nemen
het advies ter harte. Morgen zullen we in de bergen
rijden en zal iedereen zijn hart op kunnen halen.
In eerste instantie valt
het allemaal verschrikkelijk mee. De eindeloze
tweebaansweg vol vrachtwagens die ik verwacht
had blijkt vierbaans te zijn. Natuurlijk wordt
er weer veelvuldig aan de weg gewerkt met als
gevolg dat we zo nu en dan door halve bouwputten
enz . rijden. Later wordt de weg toch tweebaans,
maar de drukte die ik verwacht had blijft uit.

Het is nog niet zo erg
als in India, maar ook hier wordt voor alles en
iedereen getoeterd en dat is niet altijd vreemd,
want heel veel mensen rijden hier zo’n beetje
midden op de weg. Het is echt ongelooflijk wat
we allemaal tegenkomen. Motorfietsjes met zeker
wel 5 schapen achterop spannen de kroon, maar
er zijn ook driewielers met maïs, oud papier,
hout en meubels of met een berg piepschuimen verpakkingen
waar je U tegen zegt. Hoe lang zal hij bezig geweest
zijn om dat er allemaal op te pakken?

De beschaafde piepjes van onze motorfietsen komen
niet in de buurt bij de toeters van de auto’s
en vrachtwagens en die van de Ténéré
is al een beetje schor.
Behalve midden op de weg
te rijden is het hier ook geoorloofd om rechts
en in onoverzichtelijke bochten in te halen (er
komt heus niets aan hoor, dit is een landweg)
en veel te hard te rijden.
Zonnig en 26 graden, had
er in Pingyao een voorspelling voor vandaag op
de deur gehangen. Maar die zon gaat de gehele
ochtend achter een dikke laag smog en stof schuil.
Regelmatig hou ik mijn adem in als er een vrachtwagen
in een stofwolk aan komt rijden en ik heb mijn
camelbag weer op mijn rug zodat ik regelmatig
mijn mond en keel kan spoelen.
Tegen de middag rijden we de bergen in en zie
ik ineens de blauwe lucht. Wat een verademing!
We worden getrakteerd op enkele schitterende uitzichten.
Wat opvalt is dat veel huizen in de bergwanden
zijn uitgehakt met alleen een gevel aan de buitenkant.
Het mag erbinnen misschien vrij donker zijn, in
de zomer is het er koel en in de winter minder
koud.

En zo komen we dan tegen
het eind van de dag aan de Gele Rivier aan. De
watervallen moeten tot morgen wachten.
KINDERBILLETJES
Een kind zit op zijn hurken op het stoepje voor
een winkeltje. We zijn in een klein dorpje aan
de doorgaande weg gestopt. ‘Ehh, volgens
mij zit dat kind in zijn broek te piesen,’
denk ik, want over de gladde matzwarte stoeptegens
begint zich gestaag een stroompje vocht richting
stoeprand te bewegen. Het ventje ziet er trouwens
best leuk uit en dus maak ik een foto.
Op dat moment bemerkt zijn moeder het euvel en
ze haalt snel een papieren servetje uit haar zak.
Ze lacht, buigt de peuter voorover en veegt de
billetjes schoon. Op dat moment zie ik dat de
dreutel niet alleen geplast, maar ook gepoept
heeft. Maar hoe komt het nou dat het niet in zijn
broekje is blijven steken?

Alle peuters
(waarschijnlijk alleen buiten de grote steden)
lopen in broekjes waarvan het kruis open is. Niet
dat deze kinderen niet zindelijk zijn, maar in
de huizen op het platteland is geen toilet aanwezig
en (zo denk ik) als zo’n uk moet, dan is
er geen tijd meer om naar het openbaar toilet
te lopen.
In een ander dorp zagen we trouwens zo’n
peuter van de stoeprand klimmen om in de goot
te gaan zitten. Pappa zette zijn broertje ernaast.
Helaas hebben we daar geen foto van.
|