Heel veel niets
De bezieling lijkt uit het landschap verdwenen
te zijn, de enkele beesten die er nog lopen doen
er niet meer toe. We zitten middenin een nietszeggende,
platte steppe. Voor het eerst sinds Ulan Batar
zitten we weer op de motoren. De Chinezen proberen
de zaak te redden met een veel te mooie, lege
vierbaansweg en een kilometerslange verzameling
bronzen dinosaurussen.

Maar uiteindelijk geven
ook zij het op en blijft er heel veel niets over.
Pas als de oude tweebaansweg verschijnt, herstelt
de harmonie zich. Er valt weer wat te genieten,
heuvels, bochten, bedrijvigheid. Het lijkt alsof
het landschap het juiste type weg dicteert. Een
kaal stuk steppe valt niet te redden met een mooie
snelweg, daar hoort gewoon een wasbordweg doorheen
of helemaal niets. Mongolen begrijpen dat.

|