De Pechdag
We moeten weer door dezelfde
rivier als waar we gisteren doorgereden zijn.
“Fermé la fez, hou de billen samengeknepen”
zei de Frans sprekende Mario tijdens de Ukraine
Allroad reis als het listig werd en dat hebben
we allemaal gedaan. Op de heenweg gisteren kwam
ik in te losse stenen tot stilstand en hield de
Ténéré bijna niet overeind.
Jan ging zo hard dat het water tot op zijn vizier
spatte en zijn laarzen volliepen en KeesJan gaf
zo veel gas toen hij onderuit dreigde te gaan,
dat hij met zijn voorwiel al aquaplanend de oever
op kwam. Helaas heb ik het niet op de video/foto
staan.

Vannacht was het behoorlijk
koud en we hebben ons allemaal vergaapt aan de
prachtige sterrenhemel met heldere melkweg. Vandaag
wordt het een mooie dag. De afspraak is dat Boldoo
voorop rijdt en de auto achteraan. Op zijn 250cc
Yamaha heeft hij het in het terrein vaak makkelijker
dan wij met onze zware motoren. Omdat wij allemaal
de weg niet weten en de track zich vaak splitst
moet hij bij elk onduidelijk punt wachten tot
we weer bij elkaar zijn. Daarnaast let iedereen
nog op de persoon die achter hem/haar rijdt.
Zoals we nu tezamen onze
weg zoeken door de prachtige hooglanden heeft
echt iets weg van rallyrijden, alhoewel…
Van tijd tot tijd stopt er een om een foto te
maken. Degene die er achter rijdt stopt om te
vragen of alles goed is. “Rij maar door,
ik kom er aan,” wordt er gezegd. De auto
stopt en wacht geduldig. Het landschap is wijds
en overzichtelijk en vanuit de auto is alles redelijk
goed te volgen.
Als ’s middags de wind gaat liggen wordt
het met zo’n 19 graden aangenaam warm. Je
rijdt hierdoor op de motor wel altijd in het stof
van je voorganger en aan het eind van de dag kan
iedereen een uitklopbeurt gebruiken.

Hoe mooi de dag ook is,
hij zal ons dagboek ingaan als de pechdag. Allereerst
kom ik erachter dat onze twee laptops kapot zijn.
Ik had ze in een rugzak in hun beschermtasjes
in een handdoek in de auto bovenop andere tassen
gelegd. Iemand of iets zwaars is erop terecht
gekomen en van beide laptops zijn de schermen
ingedrukt. Van de camera die er ook in zat was
alleen de beschermdop beschadigd, maar toch. Schadepost
1000 euro.
Kort daarop begeeft het achterframe van onze Ténéré
het. We halen nu alle bagage eraf en Rob rijdt
voorzichtig naar een piepklein dorpje 15km verderop
waar we op een bouwplaats een man met een lasapparaat
vinden. Hij bakt, nadat hij zijn broer die dronken
op het werk kwam in elkaar geslagen heeft, alles
voorlopig aan elkaar en we kunnen weer verder.

We rijden ineens van ger
naar ger, waar Boldoo en Inghee de mensen de weg
vragen. Zijn we van de route af? Zijn we verdwaald?
Inghee vraagt of we de tracks op ons GPS kunnen
zien maar meer dan dat we in de goede richting
rijden geeft die niet aan. Wordt dit een aflevering
van een goed voorbereide tour die door onbekwaamheid
van de gidsen als een ramp eindigen? Het GPS geeft
aan dat we nog 70km moeten echter…
De kans dat we Ogly Nuur, waar bed en avondeten
op ons wachten nog bij daglicht halen zijn verkeken
wanneer Joost zijn ketting breekt. Hij heeft gelukkig
een reserve bij zich, maar zijn dealer heeft hem
een exemplaar zonder begin of eind meegegeven
waardoor of de achterbrug of de schokdemper uitgebouwd
moeten worden en voor beide opties hebben we geen
gereedschap (torx) bij ons. Jaques heeft een ‘visje’
(verbindingsschakel) van een TDM-ketting bij zich
en die past, nadat we een schakel gesloopt en
de ketting gedeeld hebben.

De mannen staan ondertussen
al in het licht van enkele koplampen te werken
en we moeten nu snel een noodplan maken. De 70
onverharde kilometers naar Ogly Nuur gaan we niet
in het donker rijden. Ik raadpleeg Boldoo en Inkhee,
die het om te beginnen niet snappen. “Maar
ze wachten met eten op ons,” is hun reactie.
“Ja jammer dan,” zeg ik en pas als
ik ze de keus geef om hier buiten op de grond
te slapen of om te proberen dekens en misschien
ook tenten of een zeil te regelen of te vragen
of we bij mensen die hier in hun gers wonen kunnen
slapen dringt het tot ze door dat het menens is.

Het blijkt 3,5 km naar
de dichtstbijzijnde gers en we kunnen in een ervan
overnachten, op een vloerkleed met 4 matrasjes
en twee ‘dekbedden’ en een deken,
die we met z’n zevenen delen. Er wordt ook
Mongoolse soep voor ons gemaakt, met reepjes deeg
en stukjes schapenvlees. En we proeven paardenmelk,
wat gegist is en zuur smaakt met kleine klontjes
erin. Gelukkig zegt Inghee dat het slecht voor
je maag is en kunnen we het aanbod vriendelijk
afslaan. En zo bezorgt deze pechdag ons uiteindelijk
toch nog een hele mooie ervaring. Zelfs om met
z’n allen, haast tegen elkaar aan (allemaal
tegelijk omdraaien) te slapen heeft iets avontuurlijks.

|