Jarig
“We hebben één verzoek,”
zei Joost vanmorgen nadat ik met een ‘er-is-er-een-jarig’
aan het ontbijt was ontvangen en een taart voor
mijn verjaardag had gekregen. “Zouden jullie
deze taart zo voorzichtig mogelijk mee naar Achinsk
kunnen nemen zodat we hem vanavond met elkaar
aan kunnen snijden?”
Vervolgens zie ik mezelf de taart achterop onder
de netspin binden en iedere keer als we stoppen
kijken we hoe de taart weer een beetje verder
ingezakt is.
Wij gingen vanmorgen vanuit
het hotel rechts, reden door tot aan het Wakzal
(station), gingen daar rechts en alsmaar rechtdoor
de M53 op. Ik vraag me dus af van wie Joost zijn
informatie heeft gekregen (lees zijn stukje),
maar goed.
Hoofdzaak is dat we aankomen en dat deden we gistermiddag
allemaal in Kemerovo (en niet in Novokuznetsk
zoals oorspronkelijk de bedoeling was) en dat
deden we vanmiddag in Achinsk.
De zon ging lange tijd
schuil achter witte wolken en we rijden momenteel
al met voeringen in onze pakken. De eindeloze
rijden berkenbomen beginnen al behoorlijk in herfstige
stemming te komen en de wind is koud. Hoe lang
nog voor de temperatuur beneden het vriespunt
zakt?

In Mariinsk geven vooral
de houten huisjes kleur aan de straat. We stoppen
om er een aantal te fotograferen. Toch woont de
doorsnee Rus liever in een betonnen appartement.
Het liefst met een balkon dat dichtgebouwd is.
De houten huisjes hebben namelijk meestal geen
stromend water, riolering en verwarming. Dat betekent
dus water halen (in een melkbus) aan de pomp,
hout hakken voor de haard/kachel/oven en het is
’s winters koud plassen in een buitentoilet.
De huisjes hebben ook geen badkamer dus, maar
een banja (Russische sauna), waar eerst water
op een houtkachel verwarmd moet worden voor je
je ermee wast.
De banja, daar is de Rus
gek op. En omdat die niet in de appartementen
aanwezig is, droomt elke Rus ervan om een datcha
te bezinnen (een zomerhusje) met een banja erin.
In het zweethok wordt de temperatuur liefst tot
tegen de 100 graden opgevoerd en de Rus klopt
zich schoon met een bos eiken of berkenbladeren.

Siberië is prachtig
en veel ruiger dan het noorden van Kazakhstan.
Het land is vrij drassig en nat en we steken vele
rivieren over. Het feit dat het koren overal nog
op het land staat bevestigt de verhalen dat de
zomer niet al te goed geweest is.
Aan de M53 wordt natuurlijk altijd gewerkt (we
rijden totaal 5 dagen en meer dan een paar duizend
km over deze weg) . Het valt me op dat alles er
beter uitziet dan ik me van 2005 herinner. Allereerst
bedenk ik me dat het veel minder stoffig is met
een mooie laag asfalt op de weg, waardoor de kleuren
intenser zijn.
De taart is aangekomen.
We hebben hem met z’n allen uit de verpakking
opgelepeld.

|