Om te kunnen reizen heb je een aantal dingen nodig: De wil om te reizen en nieuwsgierigheid om nieuwe dingen te zien, te ruiken, te voelen te beleven. De middelen zijn niet onbelangrijk maar niet noodzakelijk. Eén ding is wel belangrijk en dat is de vrijheid om op reis te gaan.
“Biep-biep,” komt er een sms binnen. “Ben je langs Borodino gereden (de slagvelden bij Moskou waar zowel Napoleon als Hitler tegen de Russen gevochten hebben) en heb je de route naar Khatin in Belarus (Wit-Rusland)?” vraagt Dafne me.
Ik ben al mijn hele leven op reis geweest (het leven is een reis) en met de motor is het beste wat er is (te reizen en te motorrijden dus te leven). Toen Dafne mij er dit jaar tijdens haar Tsarenrit op attent maakte dat er net boven de Wit-Russische hoofdstad Minsk een monumentaal memorial park ligt dat ik gewoon moet zien, was mijn nieuwsgierigheid gewekt. Alhoewel ik op weg naar huis en mijn Dafne ben sla ik dan toch rechts af en ga op zoek naar die mij nog onbekende plek.
Minsk met haar prachtige parken en ruime boulevards op zich is een bezoek al zeer waard. Werkelijk een genot om door deze stad te slenteren. Die ruimte is er niet zomaar gekomen want de stad is in de tweede wereldoorlog bijna volledig verwoest. Geen land in Europa heeft zo geleden als Belarus en daarom ook is er Khatin.
Verlaten zijn de wegen die ik berijd in Belarus. Zelfs de weg van Moskou naar Minsk heeft wat drukte betreft nog niet het niveau van een lokale weg in Nederland. Langzaam verdwijnen de vrachtwagens uit beeld als ik de hoofdweg verlaat voor de Wit-Russische landwegen. Slaperige dorpjes waar honden midden op de weg liggen beheersen het beeld. De kleurrijke huisjes geven extra cachet aan het golvende landschap dat er verzorgd bij ligt. Een boer gaat met paard en wagen op pad en in de verte nestelt een ooievaarspaar zich in hun nest. Het leven kabbelt verder zoals het al eeuwen heeft gedaan op het boerenland hier in Wit-Rusland.
Diezelfde rust werd in 1942 door de Nazibende van Hitler wreed verstoord toen de haat van de facisten zich tegen de bevolking van het plaatsje Khatin keerde. Op 1 persoon na werden alle inwoners van jong tot oud in een grote schuur bijeen gedreven. Er is driftig met benzine gesproeid en de schuur werd aangestoken. Diegenen die in doodsnood uit deze brandende hel wisten te ontsnappen wachtten de kogel.
149 mensen stierven, waaronder 75 kinderen waarvan de jongste 7 weken oud was. En Khatin was niet het enige want nog 618 (en waarschijnlijk nog veel meer, maar dat bleef mij onduidelijk) andere dorpen gingen ten onder in hetzelfde lot. In de WWII kwamen in Belarus alleen al een geschatte 2.230.000 mensen (1 op de 4 inwoners) om het leven. De meeste dorpen zijn na de oorlog weer opgebouwd, maar Khatin en nog 185 andere dorpen niet. Waar Khatin stond is nu een herdenkingspark gecreëerd, waar urnen met de grond uit alle 186 dorpen zijn begraven. Het is zo indrukwekkend!
Subtiel is de waanzin van de oorlog en de haat tegen andere mensen weergegeven. Klokken luiden elke 30 seconden en voor elk dorp is een plek gemaakt. In het midden staat een bronzen figuur van een radeloze man die het dode lichaam van zijn zoon in zijn handen draagt. De enige overlevende van Khatin is genadeloos gestraft en sterft bijna van verdriet. De woede en smart zijn prachtig gecreëerd in dit beeld. Tot tranen geroerd lees ik het bordje van de familie Kamensov. Vader Juri, moeder Nina, dochter Lena (7 jaar), de kleine Wasja (5 jaar) en Nadia (4 maanden oud). Weg is hun leven, weg zijn hun dromen, weg is de vrijheid en de kans om te leven en dus te reizen. Ik heb die kans wel en als ik terug loop ben ik dankbaar, blij dat ik leef en reis.
|