De dag begint goed als we ons opmaken voor de rit naar een van de mooiste plekjes op aarde: Het Baikal meer. Dit enorme meer van 650km lang en 80 km breed heeft de grootste zoetwatervoorraad ter wereld en een geheel unieke fauna en flora met zelfs de enige zoetwater(zee)hond ter wereld.
We moeten via Irkutsk waar we aankomen als er net een regenbui losbarst. We zijn tot nu toe redelijk gelukkig geweest met het weer en op de rit door de Baltische landen en een beetje natte entree in St. Petersburg na hebben we hoofdzakelijk mooi weer gehad.
De regenpakken kunnen weer aan en we rijden in een mengelmoes van water en olie rustig verder. Het landschap ten noorden van Irkutsk is vlak met enorme vergezichten als beloning. Na 130 km slaan we rechts af de heuvels in met stijgingen van 10 – 12%. Het is heerlijk rijden en het valt mee dat de Russen rekening met ons houden, want dat was vroeger wel anders met roekeloze inhaalpogingen en Russen die dachten dat vol-gas met een Lada ook vol-gas met een dikke Mercedes was.
Waren we in 2005 ongenaam verrast dat een plekje op de veerboot naar het eiland Olkhon bepaald werd door het recht van de sterkste, nu zien we een redelijk geregelde veerdienst en kunnen we ondanks een lange rij wachtenden toch gelijk mee omdat onze 3 motoren op een plekje passen waar onmogelijk een auto kan staan. Ook Marlies, Co, Rob en Nico gaan vlot over.
Het eiland Olkhon ligt aan de westkant van het Baikalmeer en heeft ongeveer 1500 inwoners. Accomodatie was in 2005 (MotorKaravaan naar Japan) altijd schaars en we waren blij dat Nikita er zat met zijn hostel. Nikita zit er nog steeds, maar hij is niet de enige meer. We zien veel bouwactiviteiten en ook het hoofddorp Khuzir profiteert van de toegenomen belangstelling voor het eiland, want er is zelfs electriciteit.
Zoals altijd is de ontvangst weer hartelijk bij Nikita en we zien een mengelmoes aan reizigers in het hostel, van russen tot Vietnamezen en Australiers tot Ieren en natuurlijk de onvermijdelijke Duitsers en Hollanders. Een gezellige club mensen met allemaal verhalen. Wanneer ‘s nachts de regen boven het eiland losbarst veranderen de zandwegen (er ligt geen meter asfalt) in modderpoelen en vooral Marlies vreest het vertrek de dag daarop. “Als het vandaag droog blijft valt het allemaal best mee” probeer ik haar gerust te stellen en we hebben geluk want ‘s middags breekt zelfs de zon door en verandert het eiland weer in het kleine paradijs waar we het altijd voor gehouden hebben.
|